Onlangs lanceerde een middelgrote gemeente het plan om in een nieuwbouwwijk actief te gaan bemiddelen in deelauto’s. Wanneer de hele wijk gereed is, wordt er namelijk een tekort aan parkeerruimte verwacht. Het probleem is ontstaan, toen een van de corporaties een fout maakte bij het intekenen van het aantal parkeerplaatsen. Het klinkt de gemeenteraad wat al te simpel.
Op zich is het natuurlijk een heel goed plan om vanaf de tekentafel bij nieuwbouw nieuwe concepten als deelauto’s mee te nemen. Op die manier kunnen dergelijke concepten prima uit de verf komen. Het is dan heel goed denkbaar om gelijk lokale opwek van energie mee te nemen, zodat de deelauto’s gelijk volledig elektrisch zijn. Niet twee, maar drie vliegen in één klap. Door de woningen te profileren als innovatief en energieneutraal, trek je ook publiek die daar een bewuste keuze voor maakt.
Het wordt een stuk lastiger wanneer je een gewone wijk ontwikkelt en vervolgens op het laatste moment tot de conclusie komt dat er een parkeerprobleem is. Zeker als je bedenkt dat er in de wijk een publiekstrekker van regionale uitstraling komt met een betaalde parkeergarage. In dat geval is er in de wijk sprake van een parkeerprobleem en veel minder van een mobiliteitsprobleem. De greep naar de deelauto ligt dan niet als eerste voor de hand. Mijn studenten leer ik elk jaar dat het doel van parkeerbeleid moet zijn 1) voldoende plaats voor doelgroepen, 2) bereikbaarheid en leefbaarheid garanderen en 3) tegengaan van overlast. Sturen op het aantal auto’s hoort in dat rijtje niet thuis. Wanneer er zich parkeerproblemen voordoen, ligt het invoeren van parkeervergunningen of betaald parkeren veel meer voor de hand.
Overigens is het nooit verkeerd om over te gaan tot autodelen, maar zorg dan voor een beter plan.