In de afgelopen week is een rapport van het Share-North/CROW en de werkgroep gemeenten van de Green Deal Autodelen over elektrisch autodelen gepubliceerd met als ondertitel “Wenkend perspectief, maar nog geen logische combinatie”. Dit vroeg natuurlijk om een reactie.
Het rapport doet een poging om de elektrische auto in het perspectief van autodelen te plaatsen en komt dan tot de conclusie, we met elektrische deelauto’s beter even kunnen wachten, omdat dat geen voor de hand liggende combinatie is. Daarmee gooien de auteurs het kind met het badwater weg. Want omdat die combinatie niet zo voor de hand lijkt te liggen, vormt het geen enkele bedreiging van het klassieke autodelen. Tegen die achtergrond is het juist nuttig dat nu al partijen zich richten op kansrijke mogelijkheden voor elektrisch autodelen.
Kansen
Aan de hand van literatuur gaat het rapport in op de kansen voor elektrisch rijden. Daarbij geldt voor het gemak het uitgangspunt dat automobilisten over tien jaar nog steeds zelf auto’s kopen. Dat lijkt geen logische gedachte, waarmee ze niet alleen zichzelf tekort doen, vanwege de volgende redenen:
- Daar waar de afgelopen vijftig jaar de benzine- en dieselauto’s zich stapje voor stapje hebben doorontwikkeld, breekt er een tijdperk aan waarin automobiliteit flinke stappen gaat maken. Dit is goed te zien aan de eerste generatie elektrische auto’s die vanaf 2009 op de weg kwam. Met een paar jaar waren deze auto’s volstrekt achterhaald en alleen de batterijen waren nog bruikbaar. De Think City (wie kent hem nog?) werd begin 2009 geïntroduceerd en was in 2012 al weer passé en zelfs de fabriek failliet. De elektrische auto’s zal zich de komende vijftien jaar nog fors doorontwikkelen, waardoor elektrische auto’s snel in waarde dalen. Niemand wil immers in een auto rijden met techniek waar je alleen maar last van hebt, als er veel betere oplossingen voorhanden zijn.
- Door de ontwikkeling van zelfrijdende auto’s wordt niet alleen het bezit van een auto, maar ook van een rijbewijs minder relevant. Van belang is dat vervoer voorhanden is. In feite gaan persoonlijk autovervoer steeds meer lijken op (informeel) openbaar personenvervoer.
- De verstedelijking neemt de komende jaren alleen maar toe. Er is simpelweg onvoldoende ruimte voor privéauto’s en de luchtkwaliteit verdraagt geen benzine- en dieselauto’s meer.
In het licht van deze ontwikkelingen maken particuliere huishoudens te weinig kilometers om tegen vergelijkbare kilometerkosten auto te kunnen blijven rijden, wanneer de volledig elektrische auto gemeen goed wordt. En buiten dat: voor particuliere huishoudens die gewoonweg niet willen wachten met het rijden in elektrische auto’s is delen in veel gevallen de enige oplossing.
Uitdagingen voor gebruiker
De meeste uitdagingen die in het rapport worden genoemd gaan niet op, of gelden vooral ook voor klassiek autodelen:
- Het geveinsde lange-ritten-probleem gaan zelden of nooit op. Een elektrische auto geeft meer feedback over de actieradius, maar de vindbaarheid van laadpalen en snelladers is groter dan die van benzinestations. Een landelijk dekkend netwerk van snelladers is inmiddels voorhanden. Blijkbaar hebben de auteurs geen ervaring met elektrisch rijden, want zonder uitzondering geven de deelnemers van elektrische deelauto’s aan dat het ontzettend snel went: zowel het rijden als opladen. Deelnemers hebben het lef om de auto gelijk mee te nemen de grens over! Dat je potentiële deelnemers een handje moet helpen, is evident.
- De early adopters van elektrisch autodelen zijn erg enthousiast en niet te vergeten, ook vergevingsgezind. Deze groep slaat met veel genoegen de fase van plug-in hybride en range extenders over, auto’s die niet de aanleiding geven tot gedragsverandering. Veel autodelers zullen dan het opladen achterwege laten, omdat er toch benzine in kan. Weg gedragsverandering, weg milieueffect. Daarnaast zijn inpluggers duur in aanschaf (complexe aandrijflijn) en onderhoud (meer slijtageonderdelen).
Kortom, die mentale barrières overwint de elektrische autodeler zelf wel.
Uitdagingen voor aanbieder
De elektrische deelauto vergt een wat andere aanpak dan de deelauto op benzine. De voorgestelde extra handling lijkt niet meer dan een wilde suggestie van problemen, die niet veel anders zijn dan bij een benzineauto. Die kun je ook met een lege tank wegzetten, waarna de volgende naar het tankstation moet. Met een elektrische auto is het niet veel anders, alleen kost het gebruik van de snellader wel een beetje tijd.
Het rapport geeft aan dat het delen van elektrische auto’s eigenlijk alleen geschikt is voor delen met buren. Daarmee raakt het rapport aan de kern van de deeleconomie. Delen doe je met mensen die je kent, buiten die kring is het feitelijk een vorm van huren. Tal van onderzoeken wijzen uit dat het succesvol delen van wat dan ook is hoofdzakelijk voorbehouden is aan de warme kring. Mensen die je kent en vertrouwt en met wie je gemakkelijk afspraken maakt over gebruik en schoonmaken. Onlangs verscheen er een rapport dat jongeren tussen 12 en 24 jaar de toekomstige deeleconomie helemaal niet zien zitten, tenzij ze de mede-delers kennen. Wanneer je autodelen in dat perspectief plaatst, is elektrisch autodelen een logische keuze en zeker geen bedreiging van klassiek autodelen.
Terecht merken zij op dat het betere niet de concurrent moet worden van het goede. Het is echter juist de transitie naar elektrisch die voor veel mensen het delen ineens logisch maakt. Het zou mij niets verbazen wanneer elektrisch autodelen juist het klassiek autodelen een flinke stimulans geeft. Denk dan alleen al aan vakantieauto’s en auto’s met trekhaak.
Daarbij vragen wij ons wel af, waarom je de consument het goede blijft voorschotelen als hij het betere wil, om in de termen van het rapport te blijven. Geïnspireerd door Henry Ford kunnen we het ook zo zeggen: “Waarom paarden blijven aanbieden als de klant een auto wil?” Wellicht omdat de auteurs fervente paardenliefhebbers zijn.
Reacties (op reacties)
In zijn blog op www.delaatsemeter.nl stelt de heer Walther Ploos van Amstel het heel helder: De elektrische deelauto is vanzelfsprekend. Wat mij betreft voor consumenten meer vanzelfsprekend dan de elektrische eigen auto. En als je voor hetzelfde geld elektrisch rijdt, waarom zou je een benzine-deelauto rijden?
Ik ben bang dat de brancheorganisatie CarshareXL (waarbij alleen de bedrijven uit de KAV-stal zijn aangesloten) in haar reactie op de blog van de heer Ploos van Amstel blijft hangen in een klaagzang over de belasting die zij de afgelopen jaren aan de gemeente Amsterdam heeft afgedragen. Het is op zich prima zo, dan vullen nieuwe aanbieders het gaat dat de gevestigde aanbieders links laten liggen.
Alex van der Woerd is naast consultant ook partner bij Buurauto bv: “De elektrische auto die je deelt met je buren.”