Overal is het land te klein als het op betaald parkeren aankomt. Mensen krijgen gelijk jeukende vlekken voor de ogen en roepen dat autorijden ON-BE-TAAL-BAAR wordt. Het kwade frame is dan het tarief dat betaald moet worden voor bezoekersparkeren. Ja, het is waar, als je bestemming niet aantrekkelijk is, is elke euro die je moet uitgeven om er te komen er eentje teveel. Tegen dat licht zou je kunnen zeggen dat winkeliers die mordicus tegen betaald parkeren zijn, omdat dan de klanten wegblijven, iets aan de aantrekkelijkheid van hun winkel moeten doen. Daarnaast wordt het belang van de auto in winkelbezoek overschat. Uit onderzoek van de Erasmus Universiteit bleek al meer dan tien jaar geleden dat fietsers per saldo veel meer omzetten in winkels. Daarvoor komen ze ook nog eens veel vaker in de winkel dan automobilisten. En wist je dat het aandeel autogebruik onder winkelbezoek in een plaats als Den Helder (waar het altijd waait) beduidend lager is dan in Amsterdam, ondanks gratis parkeren?
In werkelijkheid kost parkeren in Nederland een schijntje. Ten opzichte van wat het daadwerkelijk kost. Zo kost een parkeervergunning voor je eerste auto in het hartje van Amsterdam nog geen € 1,60 per dag. En je mag er zo lang staan als je maar wilt. En er is geen enkele incentive om de auto te verplaatsen. In feite kun je dus gewoon een slordige 12 m2 huren langs de gracht voor nog geen € 1,60 per dag. Da’s echt een koopje! Je hoeft er alleen maar een auto voor hebben.
In veel gemeenten kun je per adres twee parkeervergunningen kopen. Vaak is de tweede duurder dan de eerste. Het lijkt mij een beter idee om per adres parkeerrechten te verkopen tegen een progressief tarief. Dan betalen inwoners die de eerste auto veel gebruiken, en dus weinig in eigen buurt parkeren, minder dan de buren die de auto vijf dagen per week ongebruikt voor de deur laten staan. Wanneer die mensen in de loop van het jaar al hun uren hebben verbruikt, kunnen ze tegen een progressief tarief uren bijkopen. Op die manier zijn bewoners met twee auto’s die weinig in de eigen buurt staan, misschien wel goedkoper uit dan bewoners die maar één auto hebben die altijd voor de deur staat. De twee auto’s die veel gebruikt worden, worden dan wel weer op een andere manier belast, bijvoorbeeld via accijnzen of rekeningrijden.