Het lijkt nog ver weg, maar over 12 jaar en een paar weken worden er in de hele Europese Unie alleen nog maar volledig elektrische auto’s verkocht. Er moet nog veel gebeuren, maar ten opzichte van 12 jaar geleden is er echt een hoop veranderd. In 2010 waren er drie elektrische auto’s te koop: een peperdure Tesla Roadster, de Think City met een maximum snelheid van 90 km/u en de omgebouwde Volkswagen Golf station, waarvan de prijs twee keer over de kop ging. Er was een handje vol openbare laadpalen in Nederland en nu beschikken we over een landelijk dekkend netwerk van meer dan 100.000 publiek toegankelijke laadpalen.
We zijn aardig op weg, zou je denken. Eerlijk gezegd denk ik dat we dat ook zijn. De vraag is natuurlijk, kan de particulier hiermee uit de voeten? Dan hebben we het over de particulier die één auto heeft voor zowel dagelijks gebruik als vakanties met de caravan en elke vijf jaar een budget van € 5.000 hebben voor een nieuwe auto. Van die mensen die je in elke straat wel aantreft. Nu worden er op dit moment best wel wat elektrische auto’s van 10 jaar oud aangeboden. Wil je een auto hebben waarmee je niet van Fastned naar Fastned rijdt, dan kom je nu al uit op een 11 jaar oude auto van € 13.000 uit. Dat geld hebben veel particulieren niet en als ze dat wel hebben, voldoet die auto niet. Hij is namelijk niet geschikt voor die bewuste caravan. Daarnaast is er nog een ander probleem: Om de meer dan acht miljoen benzine- en dieselauto’s te vervangen, zijn we gewoon meer dan 30 jaar bezig. Er is voor die tijd domweg niet voldoende capaciteit om voor iedereen een elektrische auto te bouwen.
We gaan de komende 10 jaar de volgende ontwikkelingen zien:
- Allereerst neemt het aandeel elektrisch in nieuwverkoop dermate toe, dat er na 2030 nog maar weinig benzine auto’s worden verkocht, laat staan dieselauto’s. Bedrijven zijn goed voor ongeveer 90 procent van de nieuwverkopen en die kunnen met de TCO uitstekend uit de voeten. Tegelijk zie je dat de particulier die een kleine auto wil, steeds minder keuze heeft. Dit leidt tot onder meer hogere occasionprijzen. Door die hogere occasionprijzen loont het de komende 10 jaar steeds meer om benzineauto’s te repareren en misschien wel te renoveren. Zeker zolang het gebruik van deze auto’s niet aan banden wordt gelegd.
- Het kan dus bijna niet anders dat afschaffen van benzine-nieuwverkoop een flinke impuls geeft aan (universele) onderhoudsbedrijven van benzine(- en diesel)auto’s, zodat deze auto’s nog een poos redelijk betaalbaar op de weg blijven en de particulier met zijn caravan naar Zuid-Frankrijk kan. Het zij op de (gereviseerde) benzinemotor, hetzij omgebouwd tot elektrische auto. Maar zolang ombouwen teveel handwerk is, zal dat beperkt blijven tot een uit de hand gelopen hobby.
- In gemeenten die het gebruik van benzine- en dieselauto’s aan banden leggen, zullen steeds meer particulieren hun toevlucht nemen tot elektrische deelauto’s. Hadden deelauto’s 10 jaar geleden nog een geitenwollensokkenimago, tegenwoordig kan iedereen daar prima mee voor de dag komen. En voor degenen die categorisch weigeren om de auto met anderen te delen, rest er misschien niets anders dan te gaan fietsen. Dat zou voor het milieu pas echt een verbetering zijn.